De Nederlandse overheid werkt sinds 2014 aan een integrale herziening van het Wetboek van Strafvordering. Dit omvangrijke wetgevingsproject beoogt het strafproces toekomstbestendig te maken, zowel juridisch als praktisch. Volgens de huidige planning treedt het herziene wetboek niet eerder dan 2029 in werking, maar de contouren van de veranderingen worden steeds duidelijker. Voor beëdigde vertalers — met name zij die vertalingen leveren omtrent strafzaken — is het van belang tijdig inzicht te krijgen in de aanstaande wijzigingen.
Achtergrond en doelstellingen
Het huidige Wetboek van Strafvordering stamt uit 1926 en is ondanks vele wijzigingen inmiddels verouderd. De hervorming moet leiden tot een efficiënter en overzichtelijker strafproces, waarin digitalisering, transparantie en rechtsbescherming centraal staan. In de toelichting op het wetsvoorstel stelt Minister Weerwind:
“We leven in een tijd waarin relatief nieuwe strafbare feiten als digitale criminaliteit aan de orde van de dag zijn. Het nieuwe wetboek stelt de strafrechtketen in staat beter in te spelen op technologische ontwikkelingen die elkaar razendsnel opvolgen. Ik vind het daarnaast belangrijk dat de belangen van alle betrokkenen goed zijn meegenomen. Dus ook de belangen van het slachtoffer. Het wetboek bevat voor slachtoffers verbeteringen, bijvoorbeeld met betrekking tot het kennisnemen van de stukken in het strafdossier.”
De Raad voor de Rechtspraak heeft aangegeven dat het wetsvoorstel belangrijke stappen zet richting een modern Wetboek van Strafvordering, maar er wordt ook gewaarschuwd dat te veel detaillering kan leiden tot een te inflexibele rechtspraktijk. De Raad benadrukt dat het wetsvoorstel voldoende flexibiliteit moet behouden om de werking van het strafproces niet te belemmeren.
Belangrijkste, voorlopige wijzigingen
Digitalisering van het procesverloop
De gehele strafrechtketen zal in de toekomst steeds meer digitaal opereren. Processtukken, bewijsstukken en communicatie tussen ketenpartners zullen digitaal beschikbaar en uitwisselbaar zijn. Dit heeft directe gevolgen voor vertalers, onder andere in het vertalen van digitale dossiers, e-mails, interfaces en elektronische bewijsstukken. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat er zorgen bestaan over de haalbaarheid en de gevolgen van zo’n uitgebreide digitalisering.
Versterking van de positie van het slachtoffer
Slachtoffers krijgen een actievere rol in het proces. Zij mogen eerder en uitgebreider kennisnemen van het dossier, eigen stukken toevoegen en onderzoeksverzoeken indienen. In grensoverschrijdende zaken zal dit in de praktijk waarschijnlijk leiden tot een stijging van het aantal slachtofferverklaringen, verzoeken en begeleidende documenten die beëdigd vertaald moeten worden.
Herstructurering en vereenvoudiging van het wetboek
De thematische herstructurering van het wetboek (bijvoorbeeld ‘opsporing’, ‘vervolging’, ‘tenuitvoerlegging’) maakt het wetboek toegankelijker. Toch wordt er binnen de Raad voor de Rechtspraak opgemerkt dat de introductie van nieuwe juridische terminologie en veranderingen in de procesvolgorde de duidelijkheid van het wetboek juist zou kunnen verminderen. Vertalers zullen hun vakkennis op dit vlak moeten actualiseren en mogelijk ook nieuwe juridische termen moeten leren om de veranderingen adequaat te vertalen.
Duidelijkere afbakening van bevoegdheden
Het nieuwe wetboek voorziet in preciezere bepalingen rond de bevoegdheden van opsporingsinstanties, met bijzondere aandacht voor digitale opsporing en privacybescherming. Dit kan leiden tot meer technische en juridische documentatie die vertalers zorgvuldig moeten vertalen. De Raad heeft echter aangegeven dat er zorgen bestaan over de concentratie van macht bij de officier van justitie, wat zou kunnen leiden tot een onevenwichtige machtsverhouding in het proces.
Gevolgen voor beëdigde vertalers
De aangekondigde hervorming zal het werkveld van beëdigd vertalers op meerdere vlakken beïnvloeden. De verandering naar een (meer) gedigitaliseerd proces en de nieuwe structuur van het wetboek zullen nieuwe uitdagingen met zich meebrengen. Vertalers zullen geconfronteerd worden met een grotere hoeveelheid digitale documenten, nieuwe termen die correct vertaald moeten worden, en de noodzaak om bij te blijven met de technologische ontwikkelingen in het strafproces. De Raad voor de Rechtspraak heeft aangegeven dat de implementatie van het nieuwe wetboek nog enkele jaren op zich zal laten wachten, en dat er mogelijk vertragingen zullen optreden. Het is dus essentieel voor vertalers om voorbereid te blijven en kennis te nemen van de voorgestelde veranderingen, zodat zij tijdig hun werkprocessen kunnen aanpassen.
(Zie ook: Nieuw Wetboek van Strafvordering, Rijksoverheid; Memorie van toelichting voorstel van wet tot vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering, Rijksoverheid; Netherlands: New Code of Criminal Procedure Under Consideration by Legislature (Engelstalig), Library of Congress)
