Binnen het vertaalvak vormt de gedragscode een moreel en professioneel kompas. Voor beëdigde vertalers geldt deze code als een fundament waarop het vertrouwen van opdrachtgevers, juridische instanties en andere belanghebbenden gestoeld is.
Wat verstaan we onder volledigheid?
Onder volledigheid wordt verstaan dat de vertaling volledig en getrouw is: de beëdigde vertaler dient alles wat in de brontekst staat te vertalen, zonder toevoegingen, weglatingen of inhoudelijke wijzigingen. Elk element, hoe klein ook – een opmerking in de marge, een stempel, een doorhaling – maakt integraal onderdeel uit van de brontekst en verdient een juiste plaats in de vertaling.
“Ik streef er steeds naar aan de hoogste kwaliteitsnormen te voldoen, met name wat betreft de inhoudelijke getrouwheid aan de brontekst, het gebruik van het juiste taalregister en het gebruik van de gewenste lay-out.” (Staatscourant 2024, 176)
Deze eis van volledigheid is breder dan het omzetten van woorden. Het vereist nauwkeurigheid, taalgevoeligheid en een diepgaande kennis van de context waarin een tekst functioneert. Met name in juridische of officiële documenten kunnen ogenschijnlijk onbelangrijke details zoals een spelfout, een onleesbare zin of een ongebruikelijke formulering juridische gevolgen hebben. Volledigheid vraagt dus om zorgvuldige afweging en verantwoording.
In de praktijk
Zo kan het voorkomen dat een beëdigde vertaler een document ontvangt waarin handgeschreven correcties zijn aangebracht. De vertaler dient ook dit over te nemen en zichtbaar te maken in de vertaling. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van een ander ‘handgeschreven’ lettertype en het gebruik van doorhalingen indien de achterliggende tekst nog leesbaar is. Ook kunnen voetnoten worden gebruikt.
Stel, de vertaler ontvangt een geboorteakte ter vertaling, maar ziet dat er een handgeschreven correctie is aangebracht: de oorspronkelijke naam is doorgehaald en een nieuwe naam ernaast geschreven. De vertaler mag dit niet negeren of gladstrijken in de vertaling. In plaats daarvan dient hij of zij de aanpassing neutraal weer te geven.
MarianneMaria
Ook kan het zijn dat de vertaler een juridische uitspraak met ongebruikelijke zinswendingen of zelfs grammaticale fouten te zien krijgt. Het is niet aan de vertaler om dergelijke ‘onvolkomenheden’ te corrigeren. Juist het behoud van deze elementen kan essentieel zijn voor de interpretatie door een rechter of notaris.
In gevallen waarin de brontekst een evidente fout bevat – bijvoorbeeld een typefout, grammaticale vergissing of feitelijke onjuistheid – is het voor een beëdigde vertaler expliciet niet toegestaan deze te corrigeren of te verdoezelen. In plaats daarvan kan1 gebruik worden gemaakt van de aanduiding “sic“, een Latijnse term die letterlijk “zo is dit gezegd” betekent. Door deze tussen haakjes achter het betreffende woord of zinsdeel te plaatsen, geeft de vertaler aan dat de fout of eigenaardigheid letterlijk uit de brontekst is overgenomen.
“De partijen zijn overeengekomen dat de overdracht zal plaatsvinden op 31 juni [sic] 2025.”
Hieruit blijkt dat de onmogelijke datum in het origineel stond en niet een fout is die is veroorzaakt door de vertaler. Sic fungeert zo als een subtiele maar doeltreffende manier om trouw te blijven aan het origineel zonder misverstanden te veroorzaken bij de lezer van de vertaling.
Als alternatief hierop kan en mag de vertaler, indien nodig, een voetnoot toevoegen om toelichting te geven – mits puur taalkundig, feitelijk en zonder interpretatie.
Kwaliteitsnormen en taalregister
De gedragscode onderstreept ook het belang van kwaliteit en het juiste taalregister. Dat betekent dat een beëdigde vertaler bij het streven naar volledigheid niet alleen alle inhoud moet overbrengen, maar dit ook moet doen in een register dat past bij het genre van de brontekst. Een notariële akte vraagt om een ander register dan een vonnis of een diploma. De vertaler dient de doeltekst dus ook niet (in)formeler te maken dan de brontekst. Volledigheid veronderstelt dus niet louter volledigheid van tekstuele inhoud, maar ook van stijl en toon.
Opmaak
Tot slot wordt in de gedragscode gewezen op het belang van de opmaak of de lay-out. Een beëdigde vertaler neemt de opbouw, indeling en visuele structuur van het origineel zoveel mogelijk over. Als een document bijvoorbeeld genummerde paragrafen, tabellen of kolommen bevat, wordt dit in de vertaling gereproduceerd. Dit draagt bij aan de leesbaarheid, vergelijkbaarheid en juridische geldigheid van de vertaling.
Volledigheid is geen kwestie van tekstlengte, maar van zorgvuldigheid, transparantie en verbinding aan de bron. Het is een ethische keuze die de integriteit van de vertaling waarborgt. Wie als beëdigd vertaler deze kernwaarde consequent toepast, stelt niet zichzelf centraal, maar het proces van rechtvaardige, transparante communicatie.
- Het gebruik van sic vereist wel terughoudendheid. Overvloedig of onzorgvuldig gebruik kan als betweterig of onprofessioneel worden ervaren. Ook dient de vertaler te controleren of het gebruik van sic in beginsel wel gangbaar is binnen de desbetreffende doeltaal. ↩︎
